Geplaatst in Database marketing, E-mailmarketing

Adressenbeheer in CRM: “Wees selectief, niet alles is relevant”

Steven Hensen“Ik heb er een hekel aan als ik mails krijg die de plank misslaan. Dat motiveert mij om te zorgen dat ik dat bij anderen niet doe.”

Steven Hensen helpt MKB-bedrijven met hun marketing, het beheer van de adressen is vaak een ondergeschoven kindje. Zijn ondersteuning wordt vooral gewaardeerd door bedrijfseigenaren die zelf hun Sales doen. Steven maakt het ze makkelijker: “Ik ben heel resultaatgericht, ik wil voor mijn klanten zorgen dat ik de juiste mensen met de juiste boodschap benader. En daarvoor is adressenbeheer essentieel.”

Hoe pak je adressenbeheer aan?

“Ik begin altijd met het regelen van een goed databeheersysteem, ik werk het liefst met het CRM van Hubspot. Vervolgens gaan we bepalen wat we willen weten van het bedrijf en de contactpersonen, die kenmerken gaan we vullen. Ik vraag bij elke variabele: wat ga je er echt mee doen? Anders heeft het geen zin om die variabele te vullen.”

“Ik vertrek altijd vanuit het ideale klantprofiel, aan welke kenmerken moeten ze dan voldoen? Op het niveau van de contactpersoon gaat het vooral om de rol in de DMU, maar ook het LinkedIn-profiel. Er is een plugin om die profielen te importeren, maar ik doe het meestal handmatig.”

“Soms is adressenbeheer best arbeidsintensief, maar daardoor kom je wel met een relevante boodschap. Je minimaliseert dan het aantal uitschrijvingen en boze reacties. Als er bounces zijn kan dat verschillende redenen hebben, die laat ik allemaal controleren: is het out-of-office vanwege de vakantie of is deze contactpersoon vertrokken? Eén keer per jaar laat ik iemand via Freelance.com de profielen op LinkedIn checken.”

Hoe zorg je voor een goede kwaliteit van de adressen?

“Het probleem is dat alle collega’s hun administratie op orde moeten hebben, het begint dus met ze in te laten zien waarom dat belangrijk is. Ik ben mijn carrière begonnen in de verkoop binnendienst, ik moest alles in het CRM administreren. Uiteindelijk begreep ik steeds beter waarom we dat deden, als je je administratie goed doet gaat dat in je voordeel werken. Vroeg of laat.”

“De stagiaires die voor mij werken laat ik ook zien wat hun onderdeel is in het sales-proces van de klant. Hoe gerichter je boodschap, hoe groter de kans dat deze wordt geaccepteerd. En dat niet teveel velden worden gevuld, maar wel de belangrijkste velden. En dat het misschien een jaar kan duren voordat het wat oplevert, je moet mensen onderdeel maken van het totaalplaatje.”

“Het helpt bij grotere bedrijven ook niet dat de afdelingen Marketing en Sales meestal slecht samenwerken. Ik werk het liefst met MKB’ers, daar is meestal één persoon die de verkoopgesprekken doet en ik help dan vooral bij de marketing. En ze zijn blij dat ik dat voor ze doe, zelf hebben ze het druk zat.”

“Zorg er dus voor dat je een goede database hebt, dat je mensen meeneemt in het proces en dat je laat zien waarom je bepaalde gegevens van ze moet hebben. Je kunt er ook op sturen, bijvoorbeeld met wedstrijdjes: wie heeft de meeste inschrijvingen per week? Veel mensen zijn hier vatbaar voor, en als het werkt dan heb jij er ook baat bij. Daar gaat het om toch?”

Geplaatst in Database marketing, Privacy, The Intention Economy, Transparantie

Privacy en big data: gelukkig met light-producten

Opvallend bericht in Adformatie: Microsoft heeft een patent aangevraagd op technologie waarmee de Kinect sensor van de Xbox 360 “de stemming van gebruikers kan aflezen” en “op de stemming geselecteerde advertenties kan versturen”, want “het plaatsen van cookies voor het in kaart brengen van gedrag is sinds kort sterk aan banden gelegd”. De Kinect sensor is volgens de patentaanvraag in staat om op basis van gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal de stemming van gebruikers vast te stellen, “zo zouden mensen die gelukkig zijn minder advertenties over manieren om gewicht te verliezen kunnen krijgen”. Dus mensen die ongelukkig zijn worden gebombardeerd met advertenties voor lightproducten? Tot ze gelukkig zijn? Of tot er genoeg verkocht is?

De privacy van een ridder
Ik ga hier niet de moralist uithangen (is dat Nederlands?),  ik moet namelijk bekennen dat ik altijd jeuk krijg van privacy-ridders die vinden dat je de beelden van een crimineel niet openbaar mag maken “vanwege zijn privacy”, of die het gevoel hebben dat elk bedrijf en elke regering erop uit is om hen te filmen en hun gedrag te registreren. Ik vind het een vorm van zelfoverschatting, ik hoorde laatst heel treffend dit spreekwoord: “Als je 20 bent maak je je druk om wat anderen van je denken, als je 40 bent interesseert het je niet meer wat anderen van je denken, en als je 60 bent besef je dat anderen helemaal niet aan je denken”.
Er zijn maar weinig mensen interessant genoeg voor bedrijven en overheden om dag in dag uit te stalken, in tegenstelling tot wat veel mensen denken. Ik vond de reactie van Scott McNealy dan ook grappig toen hij nog directeur van softwarebedrijf Sun was, en een journalist vroeg hoe het zat met de privacy van een nieuw softwareproduct. Hij antwoordde “‘you have zero privacy anyway, get over it”. Dat is ook de standaard reactie van Google op beschuldigingen van het licht omgaan met de privacy: je hebt toch geen privacy, dus laat ons nu maar lekker onze gang gaan.

De zwangere data miner
Het besef dat bedrijven een beetje te ver zijn doorgeschoten met hun drang om klanten te ‘tracken’ drong tot me door toen ik las over een recent voorval (klik hier) bij Target, een Amerikaanse winkelketen met een overijverige afdeling ‘data mining’. Een boze man liep een Target-filiaal in Minneapolis binnen: “Mijn dochter kreeg deze mail met kortingsbonnen voor babykleren en wiegjes? Willen jullie haar zwanger hebben?”. De filiaalmanager zou het uitzoeken en een paar dagen later terugbellen, maar toen hij dat deed kreeg het telefoongesprek een heel andere wending: de dochter bleek inderdaad zwanger. De statistici bij Target hadden via een zogenaamde ‘pregnancy prediction score’ uit het koopgedrag van het meisje afgeleid dat ze vermoedelijk binnen enkele maanden ging bevallen… Ze hadden door dit soort incidenten echter wel geleerd om de zwangerschapsbonnen wel wat meer te ‘verhullen’, door er bijvoorbeeld reclame voor een grasmaaier naast te zetten: “And we found out that as long as a pregnant woman thinks she hasn’t been spied on, she’ll use the coupons. She just assumes that everyone else on her block got the same mailer for diapers and cribs. As long as we don’t spook her, it works.”.
Zo werkt dat dus: stalk de klant, maar zodra deze achterom kijkt moet je snel achter de lantaarnpaal duiken. Ziek. Ik begrijp het gehuil ook niet over de nieuwe cookiewet: je moet voor de grap eens naar selectout.org gaan, en kijken hoeveel bedrijven je op dit moment over het hele internet aan het ‘stalken’ zijn. En klik daar dan ook meteen eens op de knop ‘opt-out’, de website zal 200 van dit soort ‘stalkers’ namens jou vragen hiermee op te houden. Als je kijkt hoe de lijst met stalkers langzaam kleiner wordt (als je goed luistert hoor je hun doodsschreeuw) begin je het gevoel te krijgen dat je in The Matrix zit: “A computer generated dream world built to keep us under control in order to turn a human being into a battery”. Je krijgt echt het gevoel dat het bedrijfsleven je zo ziet: als een batterij. En wij marketeers bedenken zoiets, en huilen als wetgeving het verbiedt.

Geen Big data maar Vendor Relationship Management
Nu kun je lang en breed praten over de ethiek hierachter, de vraag is of dit gedrag sowieso nog wel nodig is in de toekomst. In zijn boek ‘The Intention Economy’ laat Doc Searls zien hoe de wereld eruit ziet “when customers take charge”. In The Intention Economy, zo schrijft hij “the buyer notifies the market of his intent to buy, and sellers compete for the buyer’s purchase”. Marketing wordt dan heel anders, je hoeft klanten niet op te sporen en te vangen: “free customers are more valuable than captive ones”. Bedrijven hoeven dan ook geen ‘Big Data’ meer te verzamelen over grote hoeveelheden klanten, de klant beheert zelf zijn ‘Small Data’. Niet in CRM maar VRM: Vendor Relationship Management. Juist door de klant zijn gang te laten gaan verdienen we dus straks méér geld: “The market will have many more dances when customers can take the lead”. Prachtig toekomstbeeld toch? Wie wil er met mij dansen?

Deze post vormt de basis van het vierde hoofdstuk van het boek ‘REAL Inbound Marketing’ (klik hier, Nederlandstalig). En als je denkt dat ik je kan helpen bij je marketing kun je me mailen op edwin@vlems.nl