Ik word de laatste weken steeds vaker benaderd door recruitment-bureaus. Nee, niet om we weg te lokken bij MCB (lukt toch niet), ze tonen vooral interesse in ‘inbound marketing’: kennis online delen om potentiële klanten te lokken die bij Google beginnen met zoeken (wat vrijwel iedereen doet tegenwoordig). Recruiters hebben het niet alleen drukker, ze merken ook dat potentiële werknemers hun agressieve aanpak een beetje beu zijn. Met name IT’ers zijn het moe om de hele dag door benaderd te worden met ‘offers they can’t refuse’. En dus zijn die recruitment-bureaus op zoek naar een andere aanpak: ‘inbound recruitment’. Het doet me heel erg denken aan de discussie die op dit moment speelt rond cold calling: de werking neemt met de dag af en de irritatie toe, wat roept om een alternatief. Dus is het logisch dat bedrijven ook bij het werven van personeel een minder agressieve manier zoeken. Er speelt echter nog iets anders mee waar veel recruiters vanaf 1 januari 2018 rekening mee zullen moeten houden: de nieuwe privacy-wetgeving. Maar eerst iets over ‘inbound recruitment’.
Inbound recruitment: verberg niets
“Eerst betaalden we duizenden euro’s om één nieuwe medewerker aan te trekken, nu nog maar 139 euro.” Hans Buskens van automatiseringsbedrijf PieterBas heeft relatief weinig moeite met het aantrekken van programmeurs, zo vertelde hij onlangs op het congres DFB2B. Hans is sinds een aantal jaar -zonder dat hij de term kende- bezig met inbound marketing om potentiële klanten aan te trekken, en slaagt daar aardig in. Door alle vragen van Google-zoekers over zijn producten en markten te beantwoorden, weten potentiële klanten hem letterlijk steeds vaker te vinden. Maar Hans merkt dat hij ook ‘bijvangst’ verzamelt op HR-gebied: de medewerkers van PieterBas zijn door al die ‘content’ ook beter op de hoogte van alle projecten. En trotser. Maar hun klant-content blijkt ook potentiële medewerkers aan te trekken, mensen die bijvoorbeeld in hun timeline op LinkedIn interessante IT-projecten van PieterBas voorbij zien komen. Of die het sowieso wel aanspreekt dat PieterBas zo transparant is, dr. Phil zei het ooit treffend: ‘Those who hide nothing have nothing to hide’.
Je ziet het ook bij andere transparante bedrijven: ze doen het relatief goed op de arbeidsmarkt. Zo komen we bij MCB relatief makkelijk aan goede stagiaires, omdat we transparant zijn over onze aanpak en de resultaten van alle stageprojecten. En een relatief kleine partij als Dirkzwager staat inmiddels in de top tien van meest gewilde juridische werkgevers dankzij haar transparantie. Het bedrijf werkt al een paar jaar met inbound marketing en trekt al een groot deel van de omzet binnen via de blogs van haar juristen. Blogs die natuurlijk ook regelmatig gelezen worden door rechtenstudenten in hun zoektocht naar kennis. Of een baan.
Ook Dirkzwager heeft het dus relatief steeds makkelijker om aan medewerkers te komen, en kan haar recruitment anders inzetten: minder push, en méér pull. Dat laatste is wel wennen voor de gemiddelde recruiter, maar hij of zij zal wel moeten. Want wat veel recruiters niet beseffen is dat de nieuwe Europese privacywet ook voor hen het werk enorm zal gaan veranderen.
Arbeidsmarktcommunicatie 2.0: overlap tussen Marketing en HR
“Ja Edwin, die nieuwe privacywet geldt voor iedereen, ook voor recruiters.” Ik heb enkele maanden terug met ‘marketingjuriste’ Charlotte Meindersma een blog geschreven over de gevolgen van de privacywet voor Marketing en Sales, maar besefte onlangs dat die wet natuurlijk net zo goed voor HR-recruiters geldt. En dat bevestigde Charlotte: “Ze mogen, net als commerciële medewerkers, straks alleen nog openbare gegevens van medewerkers gebruiken om ze te benaderen.” Net als marketeers en verkopers worden ook recruiters dus bijna gedwongen om hun agressieve aanpak in te ruilen voor een stroom van ‘relevante content’. Of zoals een verkoper het onlangs verwoordde: “Ik ben altijd een sales-tijger geweest, maar nu trek ik mijn tijgerpak uit en ga ik kennis delen.” Slim.
Bij MCB zoeken Marketing en HR ook steeds vaker de samenwerking op. Waren marketingcommunicatie en arbeidsmarktcommunicatie in het verleden nog twee ‘vakken’ met eigen content en media, in een transparante wereld die roept om authenticiteit beginnen ze steeds meer te overlappen. En dus genereren we straks HR-content voor potentiële medewerkers die ook klanten aantrekt, en marketing-content voor potentiële klanten die ook medewerkers aantrekt. Zo plaatsen we de interviews in ons personeelsblad ook online, om de afzetmarkt te laten zien dat we zaken goed aanpakken. En laten we in interviews met medewerkers over producten en markten zien dat ze plezier in hun werk hebben. Of we interviewen Maureen omdat ze na drie weken al weer ‘terug op het nest’ was, na te zijn weggelokt door een recruiter.
“Recruiters worden niet door robots vervangen”, zo las ik laatst in een artikel. De privacy-wet beschermt ook sollicitanten blijkbaar: tegen robots die over hun sollicitatie beslissen. Wat in praktijk betekent dat de recruiter ook in de toekomst een baan heeft. Maar de privacy-wet gaat de inhoud van die baan wel veranderen: het ongevraagd benaderen van mensen op hun persoonlijke telefoonnummer of mailadres wordt steeds moeilijker (en de boetes zijn straks flink), dus zul je er steeds meer op moeten vertrouwen dat ze jou gaan vinden. En dat kan maar op één manier: Google en LinkedIn zullen alleen potentiële medewerkers naar je doorduwen als je je kennis online deelt. Daar landen ze immers op.
Programmeurs zitten niet op jouw telefoontje over een leuk aanbod te wachten, ze weten zelf wel wat ze willen. Ze zien leuke dingen van bedrijven als PieterBas en zodra ze ook een vacature zien nemen ze contact op. Zelf. En dat is veel leuker, voor alle partijen. Niet alleen Marketing en Sales worden in de toekomst veel leuker, ook recruiters hebben straks een beroep waar ze trots op mogen zijn. En dat dankzij kandidaten die de huidige aanpak beu zijn. En dankzij een nieuwe wet.
Reacties op “Inbound recruitment: Beseffen recruiters wel wat er op ze af komt?”