“Ik besef dat het kort dag is, Edwin, maar ik heb een probleem.” Een contact uit het verleden die ooit een presentatie van me gezien had, belde me op een donderdag. Hij geeft gratis trainingen aan Stichting Wensambulance Brabant, en had voor de vrijwilligers een kennisdag op zaterdag georganiseerd. Maar één van de sprekers was ziek, en dus zocht hij vervanging. Ik had die dag toch geen afspraken, dus ik besloot te helpen met een presentatie over het (online) delen van verhalen. En ik had ze beloofd alle tips uit de zaal te verzamelen, dus bij deze: waar moet je op letten bij het delen van ‘gevoelige’ verhalen? Want in het geval van Wensambulance Brabant gaat het om gevoelige verhalen…
Klik hier om op Marketingfacts verder te lezen
Categorie: Story telling
Mijn blog op Marketingfacts over het 'Rags-To-Riches' model
Justin Bieber kwam op 1 maart 1994 als enigst kind ter wereld in een gebroken gezin in London (Canada). Justin werd opgevoed door zijn moeder Pattie, die met moeite de eindjes aan elkaar kon knopen. Hij bleek veel muzikaal talent te hebben en speelde al vrij snel drum, trompet, gitaar en piano. In 2007 werd hij tweede op een plaatselijke zangwedstrijd en zijn moeder plaatste de videobeelden ervan op Youtube, zodat de rest van de familie zijn prestatie ook kon zien.
In datzelfde jaar klikte Scooter Brown, een manager van een platenlabel, per ongeluk op de video van Justin toen hij naar een andere zanger op zoek was. Na een uitgebreide speurtocht wist hij dit -toen nog- onbekende talent op te sporen. En ondanks twijfels bij zijn moeder, omdat Scooter geen Christen was, besloot ze dat hij Justin mee mocht nemen voor het opnemen van wat demo’s. De rest van het verhaal is bekend natuurlijk.
Valt het je op hoe boeiend dit soort verhalen zijn? Verhalen over mensen die met niets begonnen en extreem succesvol worden? Wacht, ik doe er nog eentje.
Klik hier om bij Marketingfacts verder te lezen
Mijn blog op Inbound Industry over reclamebureaus
“Ik heb mijn collega’s overtuigd dat we over moeten naar Inbound Marketing, Edwin. Nu het reclamebureau nog.” Ik sprak iemand van een grote lampenfabriek na mijn presentatie op een bijeenkomst, en wat hij zei klonk heel herkenbaar. Want ik hoor het steeds vaker: “Edwin, weet jij een leuke baan voor mij, want het reclamebureau waar ik werk snapt het echt niet.” Of zelfs bedrijven die ruzie maken met hun reclamebureau, omdat die brochureteksten op hun social media willen plakken. Ruzie maken met je leverancier, raar concept.
Klik hier om op Inbound Industry verder te lezen
Storytelling be damned: zo werken inbound en contentmarketing niet
Het verschil
“Wat is eigenlijk het verschil tussen inbound marketing en contentmarketing?” Ik krijg de vraag op congressen vaak en mijn antwoord is steevast: inbound marketing is geen techniek, maar een houding. Een houding die door een aantal mensen – vaak verkopers – als vrij passief wordt gezien. Je toont je kennis (content) en persoonlijkheid (social) aan de wereld en wacht vervolgens tot mensen er op afkomen (via Google of vrienden).
De term is bedacht door softwareleverancier Hubspot, maar helaas zijn ze daar zelf ook niet vast in hun geloof, het lijken net katholieken. Want zodra je een whitepaper van ze gedownload hebt, stalken ze je alsnog tot aan het graf, voor mij reden om mijn eerste boek REAL Inbound Marketing te noemen. Je moet volgens mij juist het geduld hebben om te wachten tot mensen je vinden en bij je gaan kopen, dat geduld wordt uiteindelijk beloond met hogere prijzen en méér aankopen van méér mensen.
Maar het klopt dus: inbound marketing overlapt met contentmarketing. Ik zie bij de research voor mijn nieuwe boek over contentmarketing echter veel ‘content’ voorbijkomen die nog vrij klassiek is: het staat op papier – en dus kan Google het niet vinden – of is wel digitaal, maar wordt actief rondgespamd; sommige mensen scharen hun (native) advertenties zelfs onder ‘contentmarketing’. Maar dat is onzin natuurlijk. Authentieke verhalen en storytelling, dat is de toekomst. Toch?
Online marketing: reizen en APK
“Veel mensen willen gewoon klikken en kopen. Stories be damned.” Niemand kan mooier met taal omgaan dan @SabinedeVos binnen de beperking van 140 karakters, vind ik. Maar ook haar ‘flaming sister‘ @RianneJacobs laat duidelijk weten dat je voor klanten van ‘haar’ Kwikfit niet zo moeilijk hoeft te doen: “Natuurlijk zoeken er mensen op bandproblemen, maar dat zijn er erg weinig vergeleken met de mensen die gewoon banden willen kopen. En denk je nou echt dat er veel mensen op zoek gaan naar de exacte werkzaamheden tijdens een APK?”
De dames duwden me langzaam in een hoekje van Twitter en juist op het punt dat ik wilde zeggen dat ze gelijk hadden (een beetje), werd ik gered door iemand die met een irrelevante opmerking de discussie plat sloeg (nog bedankt vreemdeling). Maar bij dezen wil ik Sabine en Rianne toch nog hun gelijk geven. Deels dan, want natuurlijk vind ik nog steeds dat de balans verschuift naar inbound. Maar nooit helemaal, er zijn uitzonderingen (shit, wat is dit moeilijk voor mij) en die benoem ik hieronder.
Het involvement-model: wanneer het niet werkt
“Denk je echt dat veel mensen zoeken op maischips, Edwin?”. Tessa van Breugel zette me al aan het denken toen ik haar interviewde als brand manager Doritos. Als je ‘content’ gebruikt als magneet om mensen (via Google) naar je toe te trekken, moet je natuurlijk wel mensen hebben die bij Google zoeken en die heb je blijkbaar niet zoveel bij chips.
Vanuit het klassieke zogenaamde consumer involvement-model (nooit vergeten uit mijn opleiding) kun je dit goed inschatten. Dit model maakt onderscheid tussen zogenaamde ‘low-‘ en ‘high involvement‘-producten. Voor producten – of diensten – met een ‘low involvement’ doen mensen niet veel moeite bij de aankoop, denk aan het pakje boter in de supermarkt, of blijkbaar zelfs een band bij Kwikfit.
Bij ‘high involvement’-producten doen mensen wél veel moeite om het te kopen, meestal omdat het ze veel kost (een hypotheek bijvoorbeeld). En in die gevallen werkt contentmarketing (of inbound marketing, mits je de content als magneet gebruikt) het beste: mensen zoeken bij Google en komen bij jou terecht.
Dat geldt natuurlijk ook – of juist – voor de business-to-businessmarkt, hier gaat het immers meestal om grote aankopen. En de inkopers worden – mede om die reden – meestal betaald om goed (geïnformeerd) in te kopen. En hier begon voor mij als B2B-marketeer meteen de tunnelvisie: ik ging er maar even van uit dat alle koopprocessen tegenwoordig bij Google beginnen. Maar zoals Sabine en Rianne terecht opmerken: de enige kennis die mensen (als consument) bij veel producten zoeken, is: waar kan ik het kopen en tegen welke prijs? Storytelling be damned.
En wanneer het dus wel werkt?
Ik zal het dus toe moeten geven (slik): voor veel zaken werkt inbound marketing niet, vooral dus voor ‘low involvement‘-consumentenproducten. Voor veel ‘high involvement‘-producten echter wel (zeker B2B) en het is dan ook niet vreemd dat de eerste masterclass Inbound Marketing (NIMA-geaccrediteerd) in Nederland gericht is op toepassing in bouw en industrie.
Vooral in de B2B-markt is kennis belangrijk en worden verkopers steeds later in het koopproces door klanten benaderd; soms pas als ze alleen nog maar hoeven te weten hoeveel het kost en wanneer ze het kunnen krijgen. Juist in dat soort gevallen is inbound marketing een enorme kans: zorg dat je bij Google hoog in de zoekresultaten komt en je zit – net als vroeger – weer vooraan in het inkoopproces van je klant. Want als jij degene bent die blijkbaar het beste weet hoe het probleem van de klant kan worden opgelost, ben jij vaak ook degene die het mag oplossen. En dan mag je zelfs wat méér vragen omdat de klant jou gevangen heeft in plaats van andersom. En kunnen jij en je collega’s geen blogs schrijven om je expertise te delen? Geen probleem, je kunt je door ervaren bloggers laten interviewen, zodat zij voor jou een blog schrijven.
[youtube id=”DQXbddw0LhM”]
Een mooi voorbeeld (moeilijk, moeilijk) van hoe ‘outbound’ gekoppeld kan worden met ‘inbound’ is bovenstaande commercial van IKEA Business, waarin men nieuwe ondernemers (zoals ik) wijst op een content-initiatief: degenen die zich inschrijven bij IKEA, krijgen tips van andere (succesvolle) ondernemers en natuurlijk af en toe een low-budget inrichtingstip. Een beetje inbound, een beetje outbound, precies zoals Sabine bedoelt: “Het is helemaal niet zo dat ik niet geloof in content of inbound, Edwin. Ik zie het gewoon niet als vervanging, maar als aanvulling.”
Ik ga mijn best doen om het te geloven, maar gun me even wat tijd. Alhoewel ik denk dat het me niet gaat lukken: dat ‘dogmatische’ is natuurlijk wel een onderdeel van mezelf…
Deze blog verscheen eerder op Marketingfacts.
Mijn blog op Marketingfacts: Storytelling be damned
“Weet je wat jij bent Edwin? Dogmatisch.” Pats! Die kwam binnen. Ook omdat ik niet precies wist wat het woord betekende. Maar toen ze even later spijt had van de opmerking en haar excuses aanbod kon ik deze niet accepteren: inmiddels wist ik de betekenis en ze had gewoon gelijk, ik ben heel mijn leven al moeilijk van mijn ‘dogma’s’ af te brengen. Zo roep ik al een tijdje dat alle ‘Outbound’ marketing -reclame, cold calling, noem maar op- uiteindelijk zal worden vervangen door ‘Inbound’ marketing: je kennis en persoonlijkheid online zetten en wachten tot mensen er op afkomen. Dat roep ik redelijk ongenuanceerd -nee dat is geen trucje, het is genetisch- en dat irriteert mensen soms. Toen ik onlangs op Twitter door twee (vrouwelijke) online marketeers -en Bram Koster een beetje- opnieuw in een hoek werd gedreven kwam ik tot het besef: ik zal toch moeten leren nuanceren. Voor mij erg tegennatuurlijk, en dus is deze blog in zekere zin ook therapeutisch. Ik ga hieronder namelijk schrijven dat Inbound Marketing geen panacee is: het werkt niet overal, en het zal -dus- nooit alle Outbound Marketing vervangen. There, I’ve said it. Zucht. Maar eerst een onduidelijkheidje uit de weg werken.
Klik hier om op Marketingfacts verder te lezen
Mijn blog op Marketingfacts over het échte verhaal van Bertolli
Giulio had het vrij snel door, toen hij met bezems en blikjes olijfolie op de rug van een muilezel door Brazilië voer: van de bezems moest hij het niet hebben. Aanvankelijk gaf hij de blikjes olie nog gratis bij aankoop van een bezem, maar binnen een half jaar liet hij de bezems voor wat ze waren en ging volledig over op de verkoop van olijfolie. Op zich niet vreemd: zijn Toscaanse vader Francesco Bertolli was ook al een man met een neus voor zaken. Hij stuurde niet voor niks zijn kinderen de hele wereld rond om de naam Bertolli beroemd te maken. Bertolli, inderdaad: het A-merk waarvan veel mensen denken dat het compleet verzonnen is door de afdeling ‘Authenticiteit’ van een reclamebureau. Maar ik moet iedereen teleurstellen (of juist niet): de Bertolli’s hebben echt bestaan en hebben echt een verhaal te vertellen. Maar wel een onverwacht verhaal, marketingtechnisch dan. Dit is dan ook niet het zoveelste artikel dat de authenticiteit van het Unilever-merk Bertolli aanvalt. Nou ja eventjes dan.
Klik hier om op Marketingfacts verder te lezen
Mijn blog op Marketingfacts over het échte verhaal van Dove
“Uit Den Dolder bereiken ons telkens berichten, hoezeer men het daar betreurt, dat de UNILEVER N.V. sinds 1932 het begraven aan Den Dolder verboden heeft”. Diederika Pleines mag nooit meer in Nederland komen, maar nadat haar man Christoph was overleden besloot ze zijn laatste missie voort te zetten: het behoud vanuit hun ballingsoord van de begraafplaats van Den Dolder. Ze wist dat deze plek voor hem bijzonder was: hij had hem speciaal op laten richten toen het tweejarig dochtertje van één van de arbeiders van zijn zeepfabriek “De Duif” in 1902 overleed, en niet veel later ook de moeder. Christoph Pleines was een bijzonder man, zo zal ik straks laten zien. Ik was dan ook teleurgesteld toen ik zijn familiegraf onlangs bezocht en ontdekte dat juist hij er niet lag, terwijl hij er wel zijn 16-jarige eerstgeboren zoon heeft moeten achterlaten; pas later begreep ik dat hij niet meer in Nederland mocht komen. Ik was in de buurt en het leek me wel interessant om eens te kijken naar de ‘man achter Dove’. En ik vind het prachtig om te ‘merken’ hoe we in deze tijden weer de waarden terug zien komen die mensen als Christoph Pleines honderd jaar terug al hadden ingevoerd.
Klik hier om verder te lezen op Marketingfacts
Mijn blog op Marketingfacts over het échte verhaal achter merken
“Hallo Edwin, ik werkte bij een klant van jullie en ik ben gisteren ontslagen, en nu wil ik eigenlijk het geschiedenisboek van MCB eens lezen, zou je dat willen toesturen? Nu heb ik de tijd immers.” Ik moest even denken maar reageerde vrij snel “Eh natuurlijk, geen probleem ik zorg dat je het krijgt.” Maar eigenlijk was ik gewoon verward: je bent net ontslagen, waarom zou je uitgerekend nú opeens willen weten waar onze wortels liggen? Maar toen moest ik denken aan kleine Edwin, die ook altijd de wortels, ‘bronnen zoeken,’ als drive heeft gehad. En nog steeds merkte ik, toen ik ‘het échte verhaal achter Manutan’ schreef. En blijkbaar is dat ‘bronnen van merken zoeken’ niet alleen voor mij interessant, maar voor meer mensen. En dat opent de weg voor ‘rootsbranding’, een woord dat ik eh zelf verzonnen heb.
Klik hier om verder te lezen bij Marketingfacts
Mijn blog op Marketingfacts over het échte verhaal achter Manutan
“Het eerste wat ik voel is opwinding, het is een genoegen om u allen hier bij Dreda zien. Toen ik met mijn vader begon in een klein kantoor van 9 vierkante meter in Parijs, een zwart-witte catalogus van 24 pagina’s en onze eerste werknemer Mevrouw Potin, had ik dit zelfs in mijn stoutste dromen niet verwacht.” Het is november 2011, en Jean-Pierre Guichard geeft het stokje aan zijn kinderen over, net zoals zijn vader André dat in 1994 deed toen hij als directeur terugtrad. Jean-Pierre doet zijn uitspraak bij Dreda, een soort bedrijfsdorp dat heel bijzonder is, maar daarover straks meer.
Jean-Pierre was nog jong toen zijn vader hem in 1966 vroeg samen met hem in zijn droom te stappen. Een droom met veel risico’s, het gezin Guichard verkocht zelfs haar huis om hem te kunnen financieren. In 1966 bestonden er al postorderbedrijven voor consumenten, maar nog niet voor bedrijven. Vader André had het idee om gereedschappen, in het Frans manutention genoemd, via catalogi te gaan verkopen, en vroeg zijn zoon Jean-Pierre hem daarbij te helpen. En dat deed Jean-Pierre: “Op een weg bezaaid met spannende ontmoetingen met mensen die ik nooit zal vergeten, hebben we samen gebouwd aan een mooie Europese en multiculturele maatschappij. Het bedrijf is klaar om een nieuwe fase aan te pakken, terwijl het trouw blijft aan de waarden die altijd zo belangrijk voor ons zijn geweest: wederzijds respect, verantwoordelijkheid, waardering van de vaardigheden van elk mens. Ik nodig u nu uit om dit te vieren.” Jean-Pierre heeft zichtbaar moeite met het afscheid, maar heeft het ‘volste vertrouwen’ in de daadkracht van zijn kinderen. Brigitte, Pierre Olivier, Herve en Xavier leiden op dit moment het bedrijf Manutan, en houden de menselijkheid in stand die hun vader en grootvader al in het bedrijf stopten vanaf het moment dat ze mevrouw Potin in dienst namen. Dat laatste gok ik, want veel is er niet te vinden over de ‘why’ van Manutan. En toch.
Klik hier om op Marketingfacts verder te lezen