Een leuk artikel in de Telegraaf (ik lees alleen de website hoor): een 61-jarige Duitse vrouw heeft een telemarketeer het ziekenhuis ingeblazen met een fluitje. Ze was het méér dan zat dat ze voor de zoveelste keer gebeld werd, en blies keihard met een scheidsrechtersfluitje in de hoorn. Ze moet nu een boete van 800 euro betalen voor gehoorschade bij de beller, maar dat weigert ze. Eigenlijk best een origineel idee, zeker voor de mensen die niet weten dat er een bel-me-niet-register bestaat. Want mensen zijn ons marketeers helemaal beu. Maar er is hoop. Leuke hoop. Nee geen ‘leuke hoop’. Ach laat maar.
Slasher-films
Dat heet Marketing, mensen onderbreken om aandacht te krijgen. Eigenlijk is het best wel absurd, dat wij marketeers het als ons beroep zien om mensen lastig te vallen. En dat we verontwaardigd zijn over alle ‘rechten’ die mensen tegenwoordig hebben om zich tegen ons te beschermen. Maar niets houdt ons tegen hoor: we omzeilen hun infofilters, anti-cookies en bel-me-nietregisters wel, we beginnen gewoon weer met colportage aan de deur. Net als vroeger. Of we betalen hun vrienden om onze producten aan te prijzen. Is dit gedrag niet raar? Of ligt het aan mij? Het is op het obsessieve af, het lijkt wel het script van een slasher-film: “Here’s Johnny”. Niemand ontsnapt.
Een mooi staaltje van dit absurdisme zie je in een artikel over zogenaamde ‘ad-blokkers’ (mooi Nederlands, vind ik ook) die in browsers als Google Chrome de advertenties verbergen, en waarin een marketeer de onvergetelijke woorden uitspreekt dat consumenten natuurlijk een “geldende behoefte” hebben om ad-blokkers te installeren, maar dat deze ad-blokkers “zakelijk gezien niet op een duurzame manier werken”. Wij marketeers willen mensen immers lastig vallen met onze advertenties, en alle pogingen om dat tegen te werken zijn natuurlijk niet ‘duurzaam’. Huh?
Cold dripping
“People shop and learn in a whole new way compared to just a few years ago, so marketers need to adopt or risk extinction.”, zo Twitterde Brian Halligen onlangs, de CEO van Hubspot. Maar toch: als je discussies op de marketinggroepen in LinkedIn volgt dan zie je toch nog veel marketeers die graag dit risico op uitsterving nemen: “Koude acquisitie blijft de beste manier is om nieuwe klanten te realiseren. Klanten kunnen het vervelend vinden dat je belt maar in de meeste gevallen kom je ze geld brengen toch ;-)”, zo reageerde iemand in een discussie over ‘cold calling’. Let eens op die smiley aan het eind van het citaat: de minachting voor de klant druipt er vanaf. En kwam je in de vorige eeuw nog makkelijk weg met die minachting (leuke docu hier): we leven tegenwoordig in transparante tijden!
Jaloerse echtgenoten
Waarom willen wij zo graag mensen onderbreken? Waarom kunnen we ze niet gewoon met rust laten, en wachten tot ze komen kopen? Is het een schreeuw om negatieve aandacht? Ik heb de laatste dagen in discussies gezeten met mensen die met ‘outbound marketing’ hun geld verdienen, en opeens viel het kwartje: we worden onrustig als wij niet aan de knoppen zitten… Wij willen, als jaloerse echtgenoten, precies weten waar ‘onze’ consument zit, waar hij of zij naar kijkt, en vinden het ‘intimiderend’ (klik hier) als ze niet te vinden zijn. We trekken het niet als ze anoniem kijken naar onze content, we moeten weten wie ze zijn en bellen ze vlak nadat ze een whitepaper gedownload hebben (“Ik zie dat u zojuist…”). We willen ze niet met rust laten. We willen hun geld, en snel.
Ik heb deze week het langverwachte boek van Doc Searls uit Amerika over laten komen, over de ‘Intention Economy’. Hij had er al een indrukwekkend stukje over geschreven in de Harvard Business Review (en ik heb hem met de haren bij een discussie erover getrokken, klik hier). Hij laat zien dat in de toekomstige ‘Intention Economy’, als de klant het uiteindelijk helemaal voor het zeggen heeft, het “tracking customers like animals” helemaal geen zin meer heeft. Ze gooien hun intenties als het ware in de lucht en bedrijven kunnen ze opvangen. Dit betekent voor ons marketeers wel een enorme ommezwaai. We zullen anders moeten leren genieten. Maar het mooie is, dat de rest van de wereld er ook van mee kan genieten. We hoeven ze niet meer lastig te vallen namelijk.
“Verkopen begint pas als de klant 1 x NEE heeft gezegd. Als klanten altijd maar blind hun bestellingen doen heb je geen verkopers nodig”, zo meldt iemand, eigenlijk best wel typerend, in een marketinggroep op LinkedIn. Want ‘helaas’ leven we in een tijd dat klanten steeds zelfstandiger worden in het doen van hun bestellingen. Zeg eens eerlijk: luister jij nog naar marketeers of verkopers als je iets wil kopen? En wat doe jij als het reclameblok begint? Blijkbaar is er behoefte aan iets anders. De fluitjesmarkt zal het merken.
Deze post vormt de basis van het eerste hoofdstuk van het boek ‘REAL Inbound Marketing’ (klik hier, Nederlandstalig). En als je denkt dat ik je kan helpen bij je marketing kun je me mailen op edwin@vlems.nl
Reblogged this on MCB groep op social media.
Goede Blog!
Ik zeg dit ook al jaren. Wat wil je nou, een klantrelatie opbouwen of een vlugge verkoop met alle negatieve wansmaak die daaruit volgt? Een klant die zelf voor jou kiest, kiest daarna nog een keer voor je.
Ja, we moeten in beeld zijn, op het juiste moment –> Maar niet altijd overal en achtervolgend als iemand maar ooit iets heeft durven te bekijken wat in de buurt komt van jouw product.
Ja, we moeten de klant ook wel laten zien dat hij/zij iets mist waarvan hij/zij het zelf misschien niet wist.
Maar als iemand in de supermarkt continu met een pot pindakaas achter je aanloopt en je vastklamt om te vertellen hoe geweldig die pindakaas wel niet is, koop je ‘m dan?
Of koop je liever die pot pindakaas die bij die marktkraam in de supermarkt waar 5 of 6 man zichtbaar staan te smullen en elkaar vertellen ‘nom nom nom heeeeerlijk’ en waar een bord staat:
Pak hier uw eigen stukje brood met onze heerlijke pindakaas!
?
Bedankt! En je pindakaas-voorbeeld is treffend inderdaad. Ik zit regelmatig in LinkedIn-discussies met ‘cold callers’ om te kijken wat hen nou bezielt, maar ze geloven echt dat die pindakaas waar ze je mee door de winkel volgen veel beter is. Of ze zeggen dat omdat ze het geld van de ‘vlugge verkoop’ willen…