Geplaatst in Concurrentie, E-mailmarketing, Innovatie, Klantbehoeften, Marketing Intelligence, Marktonderzoek, Reclame

Metamarketing voor butlers

‘Brand Butler’, ooit van gehoord? Het is weer de nieuwste marktingterm, maar het is zeker geen hype. Vreemd genoeg geeft onze nationale trots Philips het beste voorbeeld voor deze ontwikkeling! Moeilijk te geloven, 20 jaar terug waren de techneuten daar nog de baas, merkte ik toen ik marktonderzoek voor ze deed. De meest ingenieuze producten gingen, of de consument het nou wilde of niet, de winkel in. Hoe anders is het nu.

Metamarketing
Wat Philips tegenwoordig doet lijkt klinkt marketingtechnisch op het eerste gezicht heel dom, maar is eigenlijk heel slim.

Het begon met het aanbod van Philips aan het Amerikaanse actualiteitenprogramma ’60 minutes’ om alle reclame op te kopen. Wat ze deden is opvallend: ze begonnen met de mededeling ‘Dankzij Philips zijn 60 minuten echt 60 minuten’, en de rest van de reclamezendtijd gaven ze (terug?) aan de redactie. Je zou het ‘metamarketing’ kunnen noemen: reclamezendtijd kopen niet om mensen te irriteren maar, omdat je je bewust bent van deze irritatie, ze wegnemen. En daarmee goodwill scoren!
Later kocht Philips ook de advertentiepagina’s voorin Time magazine (‘Dankzij Philips kunt u meteen beginnen met lezen’), maar de bioscoopexploitanten waren beledigd toen Philips het hele reclameblok voor het begin van de film wilde kopen (‘Dankzij Philips kunt u meteen de film bekijken’), ze gingen er blijkbaar van uit dat mensen graag geïrriteerd wilden worden.

Mind the gap
‘Brand Butler’: je slaat mensen niet om je oren met je merk, maar kweekt goodwill door ze te helpen. Toen ik onlangs in Londen naar het mega-reclamebord (tegenwoordig haarscherp en bewegend) op Picadilly Circus zat te kijken, zag ik al meteen drie voorbeelden. Het leukste was die van McDonalds (natuurlijk?), met plaatjes die leuke foto’s opleveren als je op een afstandje ervoor gefotografeerd wordt, en het lijkt of een bulldog je hoofd vasthoudt. Coca Cola helpt mensen met het tonen van actuele informatie over metrolijnen (“Heavy traffic on Jubilee”). En TDK (wat doen die nog?) toonde ‘creatieve ideeën’. Eigenlijk gebruikte alleen Samsung de reclameborden nog om producten te ‘pluggen’.

Narcistische mails
Toen we bij MCB een jaar of 7 terug begonnen met e-mailmarketing besloten we ook het Brand Butler-concept te omarmen (eh het idee dan want de term was nog niet bekend). Immers wat valt op aan e-mailnieuwsbrieven: ze zijn redelijk narcistisch omdat de leverancier centraal staat: “kijk eens wat we nu verkopen!”. Wij besloten het over een andere boeg te gooien, met als resultaat dat van alle klanten die we ooit abonneerden (opt-out, toen het nog legaal was) slechts 10% het abonnement heeft opgezegd. De rest ontvangt nog elke dag een e-mail van MCB, met daarin geen (ja vooruit een beetje) nieuws over onszelf en onze producten, maar over de klant zelf: de mail bevat ‘nieuws-op-maat’, nieuws over de inkoopmarkten van de producten die men bij ons koopt en over de verkoopmarkten waarin de klant zelf actief is. Op die manier vallen we klanten niet direct lastig met de boodschap “MCB is goed voor u”, maar indirect bewijzen we dat daarmee wel. Metamarketing.

Dus de volgende keer dat je besluit je klanten te ‘interrumperen’, is het misschien slim om eens te bedenken of je ze echt iets interessants kunt geven. Er zijn immers al zoveel merken die niet butler willen zijn, maar ‘lord of the manor’…

Geplaatst in Authenticiteit, Innovatie, Klantbehoeften, Transparantie

“Philips creëert bonuscultuur”: vuur doven voor beginners

Ik krijg de vraag al jaren: “Waarom belonen we klanten niet omdat ze lang klant zijn? Of omdat ze veel kopen? Of ons aanbevelen?” En onlangs in het nieuws: “Philips introduceert bonuscultuur”: alle medewerkers krijgen een deel van hun salaris in bonus. Wat dat met elkaar te maken heeft? Vuur. Ik leg later uit waarom.

Het idee van Philips-topman Frans van Houten lijkt heel logisch:  maak de beloning van de medewerkers voor een deel afhankelijk van het succes van Philips. Van alle medewerkers. En toch heeft de Harvard Business Review enkele maanden terug een open excuusbrief gepubliceerd: ze boden excuses aan voor het feit dat ze begin jaren ’90 de bonus bedacht hadden. Want het leek toen al zo logisch: maak mensen deelgenoot van het succes van het bedrijf, en ze zullen meer gemotiveerd zijn. Het ging bij de excuusbrief echter niet zozeer om de ethische discussie over eerlijkheid (die ik hier vakkundig uit de weg zal gaan), maar om een groter probleem met financiële beloningen: ze doven het vuur in mensen. Medewerkers én klanten.

En eigenlijk is dit principe al lang bekend, van experimenten uit de jaren ’60. En het is ook heel simpel uit te leggen: als je kind het leuk vindt om tekeningen te maken, en je begint met het betalen van een euro per gemaakte tekening, doof je in feite een klein vuurtje. Want -en je kunt het eens proberen haha- zodra je stopt met het betalen van de euro’s is je kind zijn of haar plezier in het maken van tekeningen kwijt. In vaktermen: je hebt intrinsieke motivatie vervangen door extrinsieke motivatie. Beter nog dan door mij wordt dit principe uitgelegd door Dan Pink in dit filmpje, opnieuw een juweeltje van Ted.com. Hij laat ook treffend en indrukwekkend (kijken!)  zien dat beloningen niet alleen motivatie doven, maar ook creativiteit.

En dat terwijl de intrinsieke motivatie van je medewerkers en klanten alleen maar belangrijker wordt in een wereld die transparanter wordt en waar authenticiteit en creativiteit steeds belangrijker worden: het is het vuur in hun ogen dat anderen doet overtuigen om ook bij jou te kopen, bij jou te werken, bij jou te willen zijn. Je hoeft geen advertenties meer te plaatsen om klanten of medewerkers aan te trekken, ze komen naar je toe. Als mensen mij horen praten zeggen ze “Je werkt graag bij MCB, niet?”. Ze zien het vuur.

Dus als je creativiteit en motivatie wilt doven in je medewerkers en je klanten, beloon ze dan met geld voor datgene wat ze graag doen. Succes gegarandeerd.