Geplaatst in B2B-marketing, Competitive Intelligence, Content Curation, Marketing Intelligence

Hoezo geen content in B2B: Content Curation meets Marketing Intelligence

“Tja Edwin in de business-to-businessmarkt is nou eenmaal niet zoveel interessants te melden”. Ik kan er soms boos over worden, het gejammer dat B2B zo ‘saai’ is en dat er ‘zo weinig content’ is. “Dan maak je zelf maar content” zou mijn vader zeggen. In al die jaren dat ik in de B2B werkzaam ben, probeer ik er al iets van te maken. Al die jaren probeer ik de kennis te verzamelen die ontbreekt, met behulp van zelf ontwikkelde marketinginstrumenten. Onze marketing-snoepfabriek, zoals ik het inmiddels zie, is jarenlang gesloten geweest. Maar ik zet hem hieronder open, en jij krijgt de ‘golden ticket’. In een serie van 4 artikelen laat ik zien dat het best mogelijk is om voor interessante content voor B2B-bedrijven te zorgen. En dit is deel 1: het Marktnieuwssysteem.
Het Tarantino-spinnetje
imagesHet is 2001 en informaticastudent Jurgen Prins is het beu om elke dag op tvgids.nl te kijken of er een film van Quentin Tarantino op de televisie komt. Hij besluit om voor zichzelf een website te bouwen die voor dit voor hem doet: zodra het woord ‘tarantino’ op tvgids.nl verschijnt krijgt Jurgen een berichtje. Een prachtig initiatief, en voor mij een geschenk uit de hemel. Ik heb namelijk zojuist de mensen moeten ontslaan die een tweewekelijkse papieren knipselkrant maakten van artikelen uit vakbladen en kranten, juist op het moment dat ik deze ‘marketing intelligence’ uit wilde breiden. En digitaliseren, waarvoor het ‘spinnetje’ van Jurgen goed van pas zou komen. Ik noemde het een ‘spinnetje’, omdat het vanaf dat moment -ik heb Jurgen wat maatwerk laten bouwen- voor mij internet afstruinde op zoek naar ontwikkelingen bij klanten, leveranciers, concurrenten enzovoorts. De nieuwsberichten kwamen via mail bij mij binnen, en ik stuurde ze door naar geïnteresseerde collega’s: aluminiumnieuws naar aluminium-inkopers, RVS-nieuws naar RVS-inkopers enzovoort. Al ruim voor 2004 dus, toen hiervoor de term ‘content curation’ werd bedacht. In dat jaar wonnen we met het systeem ook de eerste Business Intelligence Award van Nederland.
Een vaste lezersclub
Later tuigden we een nieuwsprofiel op, waarmee collega’s zelf aan konden geven in welke onderwerpen ze geïnteresseerd waren. En aangezien het toch helemaal geautomatiseerd was:  waarom boden we klanten ook niet die mogelijkheid? We wisten van elke klant welke producten ze bij ons kochten en in welke branches ze werkzaam waren, dus aan de hand daarvan richtten we in 2006 voor alle 4000 klanten een nieuwsprofiel in. 800 klanten bleken niet geïnteresseerd en haakten af, maar 3200 wel. En tot de dag van vandaag is dat aantal amper veranderd. Natuurlijk zijn er mensen die hun nieuwsabonnement hebben opgezegd (meestal vanwege pensioen of een nieuwe baan), maar er kwamen ongeveer evenveel nieuwe abonnees bij.
E-mailmarketing vanuit de lezer
Wat e-mailmarketeers verrassend vinden: elke werkdag om 15.00 krijgen (al 8 jaar lang dus) 3200 klanten  een mail van ons, en ze lezen ze graag. Of ja zo’n 2000 dan, zo blijkt uit telefonisch onderzoek. De overige 1200 ‘gedoogt’ de mails en kijkt ernaar als men verder niets te doen heeft. Een belangrijke verklaring voor de populariteit van deze nieuwsmails is natuurlijk dat ze -in tegenstelling tot normale e-mailmarketing- niet over de leverancier maar over de (markten van) de klant gaat. Uit onderzoek in samenwerking met de Universiteit van Tilburg blijkt het systeem zelfs de gemiddelde loyaliteit van de (ontvangende) klant te verhogen, via twee routes: men waardeert de gratis kennis en men ziet ons als méér deskundig.
Sinds een paar jaar versturen we de nieuwsberichten ook via Twitter (76 twitter-accounts, één voor elk productgroep en elke branche die we onderscheiden) en via een weekkrant van Paper.li (ook 76). Twitter besloot op een bepaald moment alle 76 accounts te blokkeren omdat ze vermoedden dat we er spam mee verstuurden, maar met één verklarend mailtje aan de helpdesk werd de blokkering weer opgeheven. Met de opmerking “Ik wil best betalen voor een premium Twitter-abonnement, misschien voor jullie een verdienmodel” werd niks gedaan…
Ons marktnieuwssysteem is inmiddels op verschillende congressen in binnen- en buitenland gepresenteerd, en telkens kwam aan het eind dezelfde vraag uit het publiek: kan ik dit kopen? Al die jaren moest ik nee zeggen, maar nu mag ik het eindelijk ook als ‘software as a service’ aan andere bedrijven aan gaan bieden, onder de naam ‘Content Candy News Curator’. De fabriek staat open, ik ben benieuwd wie er met zijn ‘golden ticket’ aan de poort zal staan.

Geplaatst in Case, Content Marketing

Waarom content marketing ouder is dan je denkt. En Nederlandser.

“Goeiemiddag. Ik zou graag willen weten waar ik vistelpot kan kopen. Mijn man heeft een open wond. En onze dokter weet natuurlijk niet wat het is […]. Vriendelijk bedankt alvast. Alie”. Alie stelt een vraag die Google niet kan beantwoorden, zo ontdekte ik. En dus stelde ze de vraag aan een ‘autoriteit’ die in het land van content marketing nog erg ondergewaardeerd is (eh nee niet aan mij). Want als de Amerikaanse goeroes het hebben over de geschiedenis van content marketing gaan ze vaak niet verder dan zo’n 100 jaar terug, als we de rotstekeningen even buiten beschouwing laten. Maar wat weinig mensen beseffen is dat vrij snel na de uitvinding van de boekdrukkunst een ander boek dan de bijbel erg populair geworden is, een Nederlands boek. Het Rijksmuseum bewaart in haar collectie zelfs een deel van dit boek dat door Willem Barendsz is achtergelaten op Nova Zembla. Ik heb het hier over de Enkhuizer Almanak, een boekje dat na de bijbel als eerste in grote hoeveelheden uit de drukpersen rolde. En dat nu al sinds 1596 elk jaar wordt gedrukt en daarmee de oudste nog verschijnende almanak ter wereld is. En wat me opvalt: er zijn verschillende parallellen met de content marketing hype van nu.

Het voorbeeld van de Enkhuizer Almanak is afgeleid uit hoofdstuk 5 van mijn nog te verschijnen boek ‘Scoren met Content Marketing’ van uitgeverij Entopic.

Een zeeman-wiki op papier
enkhuizer_Almanak_app“Almanak, leugenzak! Komt van Delft, Liegt de helft. Komt van Aalsmeer, Liegt nog veel meer. Komt van Dordt, Liegt dat ie zwart wordt. Komt van Zwartewaal, Liegt ’t allemaal!”. Dit springversje uit de 19e eeuw klinkt al springend misschien ludiek (ik heb het niet geprobeerd) maar is wel degelijk een serieuze aanklacht tegen de ‘leugenachtige’ inhoud van de Enkhuizer Almanak. Dit heeft niets te maken met het feit dat het boekje pas sinds 1992 (!) daadwerkelijk uit Enkhuizen komt, en het heeft vermoedelijk weinig te maken met de weersvoorspellingen (een jaar vooruit) die in elke editie terugkomen. De belangrijkste verklaring is anders, maar ook erg modern. Maar ik zal eerst iets over de Almanak zelf vertellen.
Misschien heb je hem wel eens in een boekhandel zien liggen, of bij je opa en oma op de kast. De Enkhuizer Almanak is een handig boekje, een soort ‘zeeman-wiki’ op papier. Oorspronkelijk was het de bundeling van losse blaadjes met praktische informatie voor zeevarenden die pastoors in de gebedsboekjes stopten. Geheel in de geest van de ‘permission marketing’ gedachtengang van Seth Godin was deze praktische informatie een manier om enerzijds mensen naar de kerk te lokken, en anderzijds om met hun behulpzame ‘content’ het recht te verdienen om God te ‘marketen’. Erg modern, erg Brand Butler.
De Enkhuizer Almanak was een poging om al die handige brokjes ‘content’ te bundelen in een soort papieren whitepaper. Alhoewel deze brokjes al ruim 400 jaar als los zand aan elkaar hangen: naast een kalender (inclusief belangrijke Katholieke data) bevatten almanakken -niet alleen die van Enkhuizen- weersvoorspellingen, de data voor markten en kermissen en handige praktische tips, bijvoorbeeld over de ‘vistelpot’ waar Alie naar op zoek was. Maar natuurlijk ook over de tijden waarop de klok luidde bij het sluiten van de stadspoort. Onmisbare informatie dus. Een boekwerk dat zo onmisbaar was dat verschillende partijen probeerden de inhoud in hun richting te sturen. Net zoals dat tegenwoordig gebeurt. Want ook nu proberen organisaties content te ‘sturen’.
Leugenachtige content
Een leugenzak, zo werd de almanak dus genoemd. Het was de Calvinistische predicant Caspar Coolhaes die de almanak een ‘leugenboek’ noemde omdat hij vond dat de inhoud teveel bepaald werd door de katholieken. Toen de protestanten bij de reformatie in de 16e eeuw ontdekten hoe belangrijk de Enkhuizer Almanak was als bron voor schippers, deden ze verschillende pogingen de ‘content’ naar hun doel te draaien. En in de loop van de ruim 400 jaar van het bestaan waren er natuurlijk verschillende partijen die een poging deden om de ‘onafhankelijke’ inhoud van de Almanak te sturen, uiteindelijk tevergeefs. Het doet me erg denken aan de vergeefse pogingen die merken doen om via ‘native advertising’ allerlei zogenaamde objectieve content in de door hen gewenste richting te sturen. Blijkbaar is het ‘bullshit filter’ waarmee mensen door dit soort pogingen prikken al ouder dan de weg van Kralingen. Het lukte niet. De uitgevers van de almanak hadden namelijk een hoger doel voor ogen: “de verheffing des volks”. Een doel dat dus verder ging dan geld verdienen.
The place to be
“Piet Hein!, Piet Hein!, Piet Hein zijn naam is klein, Zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot. Hij heeft gewonnen de zilveren vloot, Die heeft gewonnen, gewonnen de Zilvervloot”. We leven nu misschien in een tijd dat Beyoncé haar nieuwste album meteen op iTunes zet, het Zilvervloot-lied van dr. Jan Pieter Heije debuteerde in de Enkhuizer Almanak van 1844. En hij was niet de enige, ook ‘grote namen’ als Nicolaas Beets publiceerden in de ‘Enkhuizer’. Het primaire doel van de Enkhuizer Almanak was niet het verdienen van geld, het boek diende ‘het volk te verheffen’. Voor analfabeten (die had je rond 1596 nogal wat) werden veel afbeeldingen gebruikt om uit te leggen wanneer bijvoorbeeld de veemarkt in het komende jaar zou vallen, via ‘visuele content’ zeg maar. Maar ook voor de mensen die konden lezen vond de uitgeversfamilie Stichter dat ze van de almanak iets op moesten steken. Het valt me ook nu op dat het niet de geijkte ’13 manieren om’ blogs zijn die mensen delen en lezen, maar juist de blogs waarvan de auteur als hoofddoel heeft om de lezer te “verheffen”. Dat commercie daarnaast een bijkomende doelstelling is mijns inziens geen probleem, ik verwijs in mijn blogs ook en passent naar mijn ‘inbound marketing’-werkzaamheden.
De menselijke maat
De ‘why’ die de oorspronkelijke eigenaren in het boekje hebben gestoken zit er nu duidelijk nog steeds. Als je contact opneemt met de uitgeverij van de Enkhuizer Almanak en vraagt naar de afdeling Verkoop of Productie kom je altijd bij dezelfde persoon terecht: de telefoniste. Want Fransje Jongert doet alles in haar eentje, behalve als op de derde zaterdag in oktober de inpakploeg aan het werk gaat (Fransje smeert dan wel de broodjes). Ook dit beeld past in de huidige beweging naar de ‘menselijke maat’, weg van de schaalvergroting van onmenselijke ‘corporations’. Fransje draagt het succes van de Almanak in haar eentje, en het is leuk om in een Volkskrant-artikel te lezen hoe het boekje haar destijds helemaal uit Canada heeft weggelokt. Toen ze hoorde dat de rechten van de Almanak te koop waren zei haar Canadese baas zelfs “Fransje, that’s for you”. Het heeft bijna iets religieus.
‘Als ik omval, is het klaar met de Enkhuizer Almanak. Mijn jongste zoon heeft interesse om het van mij over te nemen, maar of hij dat ook doet moet je altijd maar afwachten.’ Fransje is heel stellig, het kan zomaar afgelopen zijn. Het klinkt ook logisch in deze tijden waarin iedereen bovenin de Maslow-piramide zit en je van kinderen niet automatisch kunt verwachten dat ze jouw bedrijf overnemen. In dit geval betekent het wel dat een icoon op het gebied van content marketing het risico loopt na ruim 400 jaar te stoppen. Laten we hopen dat de zoon van Fransje beseft wat dat betekent. En dat het boekje nog eens 400 jaar mag bestaan.
Ik heb inmiddels van Fransje begrepen dat de voorbereiding voor een toekomstige overname toch in gang is gezet. Voor geïnteresseerden: (contact)informatie is te vinden op www.almanak.nl.

Geplaatst in Concurrentie, E-mailmarketing, Innovatie, Klantbehoeften, Marketing Intelligence, Marktonderzoek, Reclame

Metamarketing voor butlers

‘Brand Butler’, ooit van gehoord? Het is weer de nieuwste marktingterm, maar het is zeker geen hype. Vreemd genoeg geeft onze nationale trots Philips het beste voorbeeld voor deze ontwikkeling! Moeilijk te geloven, 20 jaar terug waren de techneuten daar nog de baas, merkte ik toen ik marktonderzoek voor ze deed. De meest ingenieuze producten gingen, of de consument het nou wilde of niet, de winkel in. Hoe anders is het nu.

Metamarketing
Wat Philips tegenwoordig doet lijkt klinkt marketingtechnisch op het eerste gezicht heel dom, maar is eigenlijk heel slim.

Het begon met het aanbod van Philips aan het Amerikaanse actualiteitenprogramma ’60 minutes’ om alle reclame op te kopen. Wat ze deden is opvallend: ze begonnen met de mededeling ‘Dankzij Philips zijn 60 minuten echt 60 minuten’, en de rest van de reclamezendtijd gaven ze (terug?) aan de redactie. Je zou het ‘metamarketing’ kunnen noemen: reclamezendtijd kopen niet om mensen te irriteren maar, omdat je je bewust bent van deze irritatie, ze wegnemen. En daarmee goodwill scoren!
Later kocht Philips ook de advertentiepagina’s voorin Time magazine (‘Dankzij Philips kunt u meteen beginnen met lezen’), maar de bioscoopexploitanten waren beledigd toen Philips het hele reclameblok voor het begin van de film wilde kopen (‘Dankzij Philips kunt u meteen de film bekijken’), ze gingen er blijkbaar van uit dat mensen graag geïrriteerd wilden worden.

Mind the gap
‘Brand Butler’: je slaat mensen niet om je oren met je merk, maar kweekt goodwill door ze te helpen. Toen ik onlangs in Londen naar het mega-reclamebord (tegenwoordig haarscherp en bewegend) op Picadilly Circus zat te kijken, zag ik al meteen drie voorbeelden. Het leukste was die van McDonalds (natuurlijk?), met plaatjes die leuke foto’s opleveren als je op een afstandje ervoor gefotografeerd wordt, en het lijkt of een bulldog je hoofd vasthoudt. Coca Cola helpt mensen met het tonen van actuele informatie over metrolijnen (“Heavy traffic on Jubilee”). En TDK (wat doen die nog?) toonde ‘creatieve ideeën’. Eigenlijk gebruikte alleen Samsung de reclameborden nog om producten te ‘pluggen’.

Narcistische mails
Toen we bij MCB een jaar of 7 terug begonnen met e-mailmarketing besloten we ook het Brand Butler-concept te omarmen (eh het idee dan want de term was nog niet bekend). Immers wat valt op aan e-mailnieuwsbrieven: ze zijn redelijk narcistisch omdat de leverancier centraal staat: “kijk eens wat we nu verkopen!”. Wij besloten het over een andere boeg te gooien, met als resultaat dat van alle klanten die we ooit abonneerden (opt-out, toen het nog legaal was) slechts 10% het abonnement heeft opgezegd. De rest ontvangt nog elke dag een e-mail van MCB, met daarin geen (ja vooruit een beetje) nieuws over onszelf en onze producten, maar over de klant zelf: de mail bevat ‘nieuws-op-maat’, nieuws over de inkoopmarkten van de producten die men bij ons koopt en over de verkoopmarkten waarin de klant zelf actief is. Op die manier vallen we klanten niet direct lastig met de boodschap “MCB is goed voor u”, maar indirect bewijzen we dat daarmee wel. Metamarketing.

Dus de volgende keer dat je besluit je klanten te ‘interrumperen’, is het misschien slim om eens te bedenken of je ze echt iets interessants kunt geven. Er zijn immers al zoveel merken die niet butler willen zijn, maar ‘lord of the manor’…